Onder veel panden in de oude binnenstad van 's-Hertogenbosch bevinden zich grote kelders, dikwijls nog stammend uit de middeleeuwen. Helaas zijn zij voor een deel volgestort en ontoegankelijk. Zo niet de kelder onder het stadhuis. Vandaag nemen we een kijkje bij: Markt 1a. In het begin van de zestiende eeuw, rond 1529, besloot men over te gaan tot een grondige verbiouwing van het middeleeuwse stadhuis, dat uit het middengedeelte van het huidige stadhuis bestond. Ook het pand er links naast gelegen (thans ook onderdeel van het stadhuis) oorspronkelijk het huis De Gaffel, was in het bezit van het stadsbestuur sinds 1481. Onder beide panden bevonden zich al kelders, maar architect Jan Darkennis, ook bouwmeester van de Sint Jan, ontwierp nieuwe kelders, voorzien van kruisgewelven, gesteund door pilaren in het midden, waardoor een meerbeukige kelder ontstond. In de muren kwamen nissen om er verlichting in te plaatsen. Ook kwamen er stookplaatsen. De kelder werd dus gebouwd als een verblijfsruimte. Toch maakte het stadsbestuur er niet meteen gebruik van. Zij verhuurde de kelder in 1532 aan Ad van Roeloffs, boek- en prentverkoper. Deze hield het er niet lang uit, want een jaar later werd de ruimte verhuurd aan de boekdrukker Jan van Turnhout. In 1556 had de stad de kelder wel nodig. Er werden 53 Franse soldaten in opgesloten, die bij St.-Quentin gevangen waren gemaakt. Ook later is de kelder in gebruik als gevangenis, zoals in 1577 toen er Staatse gevangenen in werden opgesloten. In 1599 werd het pand rechts van het oude stadhuis, het gildehuis van het kramersgilde Sinterclaes, door het stadsbestuur gekocht. Wat er daarna met de kelders gebeurde is onduidelijk. Wellicht zijn zij een tijd als opslagplaats gebruikt. Maar op den duur raakte ze in onbruik. Het stadhuis zelf werd in 1670 grondig verbouwd, maar de kelders bleven. Door het storten van afval kwam de vloer in de loop der jaren zo'n 80 centimeter hoger te liggen. In 1908, toen er centrale verwarming in het stadhuis werd aangelegd, herontdekte Jan Mosmans de kelders. In de krant De Noordbrabander verscheen toen de kop 'Oude gotische zaal ontdekt'. Jan Mosmans en anderen drongen aan op restauratie. Na deze restauratie werd ze ingericht als 'stadsfolterkamer' waar de verzameling folterwerktuigen van de gemeente werd ondergebracht. Maar in 1925 kreeg het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen een eigen ruimte en de gemeentelijke historische verzameling werd daar in bruikleen gegeven. Direct daarop ontstond het idee, er een horeca-functie aan te geven, maar het stadsbestuur was hierop tegen. De kelder werd in gebruik genomen als boterhal: echter niet voor lange tijd. In 1927 hield burgemeester Van Lanschot zijn befaamde 'Luistervinken'-actie voor de radio. Dit lokte vele vreemdelingen naar de stad. De laatgotische kelder onder het middengedeelte van het stadhuis werd ingericht als ruimte waar de vele bezoekers van een Brabantse koffietafel konden genieten. Het werd een succes en de betrokken bakker Piet Hendrix stelde voor de ruimte te huren en zo gebeurde wat een paar jaar tevoren was afgewezen: de kelder kreeg als De Raadskelder een horeca-bestemming. Op 30 april 1929 'op de twintigste verjaardag van prinses Juliana' zo meldt het gastenboek, werd het café-restaurant in gebruik genomen. Het was nog niet het complex van kelders dat de Raadskelder nu beslaat. Het linkerdeel, onder het voormalige huis De Gaffel, is lang een openbare fietsenstalling geweest, terwijl de achterste kelders als stalling voor de fietsen van het gemeentepersoneel gebruikt werden. De kelder onder het vroegere pand Sinterclaes werd ingericht als keuken. Vanaf de opening in 1929 zijn er gastenboeken bijgehouden en vele gasten hebben hier gebruik van gemaakt. Zoals de Amerikaanse directeur van een frisdrankenfabriek in 1950 die genoot van 'a wonderful steat and mushrooms with pepsi-cola'. Freddy Heineken zal wel wat anders gedronken hebben toen hij er in 1958 dineerde bij gelegenheid van de opening van de Bossche Heinekenvestiging. |
Een tot de verbeelding sprekende ruimte is De Raadskelder, onder het stadhuis aan de Markt.
Al was het maar door het geheimzinnige luik in de hal van het stadhuis. Zouden er in de Middeleeuwen echt veroordeelden naar beneden zijn gelaten om te worden terechtgesteld, zoals wordt verteld? Maar De Raadskelder heeft ook zijn eigen geschiedenis, los van die van het stadsbestuur daarboven. Tonny Rademaker jr. (1948) zit gebeiteld in De Raadskelder. Het restaurant, ook geschikt voor ontvangsten, grote diners en recepties, bevindt zich op een unieke plek in het hart van de stad. Rademaker verhaalt met plezier en overtuiging over de eeuwenlange geschiedenis van zijn stad, en de rol daarin van De Raadskelder. Alsof hij die zelf helemaal heeft meegemaakt. "Deze mooie kelder hebben we eigenlijk te danken aan de stagnatie bij de bouw van de Sint-Jan, in het begin van de zestiende eeuw. Een hoop vakmensen dreigden werkloos te worden. Het stadsbestuur besloot toen een mooi gotisch gewelf te maken in de kelder onder het stadhuis." Dat was in de jaren 1529-1533, toen het stadhuis nog niet was uitgebreid tot de huidige omvang, met de buurpanden links en rechts. Voor de verbouwing trok het stadsbestuur Jan Darkennis aan, de laatste bouwmeester van de Sint-Jan. Deze ontwierp de bakstenen gewelven, onder andere rustend op drie hele kolommen midden in de ruimte en twee `halve' kolommen tegen de voor- en achterfundering van het stadhuis. In de kelders is nog beter dan erboven te zien dat het zeventiende-eeuwse stadhuis bestaat uit drie naast elkaar gelegen, oorspronkelijk zelfstandige panden. Ook de scheidsmuren tussen de voor- en achterhuizen zijn in de kelders nog herkenbaar. De door Darkennis ontworpen gotische kelder heeft verbindingen naar de kelder van het oorspronkelijke achterhuis, naar de kelders van het pand De Gaffel, links, en naar de kelders van het pand Sinter Claes, rechts. In de laatste is nu de keuken van De Raadskelder. In de jaren 1514-1515 had het stadsbestuur in De Gaffel een `theerhuys' (wijntaverne) gevestigd. Bij de verbouwing vanaf 1529 ging de stad de kelder van De Gaffel voor de opslag van wijn benutten. In 1532 is de gotische kelder in gebruik genomen door de boeken- en prentenverkoper Adriaen Roeloffs. Rademaker: "Op een gegeven moment zijn de kelders verhuurd aan de boekdrukker Jan van Turnhout. De stad wilde greep hebben op wat in druk verscheen. Als je zo'n bedrijf onder je stadhuis hebt, kun je dat in elk geval beter in de gaten houden." In 1555 hebben de kelders als gevangenis gediend voor 53 krijgsgevangen Franse soldaten. In 1577 zaten er Staatse gevangenen. In 1629, na de verovering van de stad door Frederik Hendrik, kregen soldaten van de Staatse troepen er onderdak. Over het gebruik van de kelders na die tijd is niets bekend. Maar toen de lokale Bossche historicus Jan Mosmans ze in 1908 herontdekte, waren ze niet meer dan een kruipruimte. Vanwege de toenemende wateroverlast waren de kelders steeds weer opgehoogd. Maar ze bleken nog gaaf. En de gotische kelder in het midden was zo indrukwekkend dat men vond dat die in elk geval moest worden gerestau- | 283 |
reerd en voor het publiek opengesteld. "Volgens de overlevering zaten er 16 vloeren in. De huidige vloer rust op de onderste en oudste, die als fundering is gebruikt", zegt Rademaker.Poel des verderfsNa de restauratie is De Raadskelder ingericht als `stadsfolterkamer', een museum voor de folterwerktuigen die de stad nog in bezit had. Deze verhuisden echter in 1925 met het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen mee naar de voormalige Sint-Jacobskerk aan de Bethaniëstraat. Het plan om van De Raadskelder een café te maken, werd snel afgeblazen na een reis van een aantal stadsbestuurders naar Frankfurt om daar het fenomeen Ratskeller te bestuderen. "Ze waren bang dat het hier een poel des verderfs zou worden. Ze hebben er toen maar een tijdje de 'Botermijn' in ondergebracht. Het was hier lekker koel."Het tweede leven van De Raadskelder, althans het gotische gedeelte, begon pas echt in 1927 met de befaamde radiotoespraken van burgemeester F. van Lanschot. Deze nodigde 'luistervinken van de AVRO' uit heel Nederland uit om naar Den Bosch te komen voor een toeristisch bezoek. Rademaker: "Van Lanschot wist niet wat hij zich op de hals haalde. Je moest die mensen toch een Brabantse koffietafel kunnen aanbieden? Maar de horeca in Den Bosch was helemaal niet op grote groepen ingesteld. Van Lanschot kwam op het idee om de kelder in te richten voor de ontvangst van toeristen. En Pietje Hendrix - hij was bakker aan de overkant van de Markt en kende Van Lanschot van het paardrijden - mocht de koffietafels gaan verzorgen. In 1929 werd De Raadskelder een soort eetcafé, waar 's avonds ook geborreld kon worden." Kort daarna is er ook een lift geïnstalleerd. Wanneer de burgemeester nu enkele broodjes kaas bestelt, gaan die via de lift naar boven. GastenboekSinds 1929 wordt het gastenboek bijgehouden, waar inmiddels de namen in staan van onder anderen koningin Beatrix en prins Claus. Tonny Rademaker exploiteert De Raadskelder sinds 1983, met een onderbreking van ruim drie jaar. Vóór hem zat Wijnhuis Verlinden er een poosje in met een restaurant. "In de kelder van De Gaffel werd een wijnwinkel ingericht. Daarvóór zaten daar een fietsenmaker en fietsenstalling. De vloer lag toen nog een meter hoger." Achter de gotische kelder bevindt zich de `Olde Regtbanck'. "Hier zetelden vroeger de rechters. Kijk", wijst Rademaker op een stenen trapje naar een iets hoger gelegen kleine kelderruimte, nu in gebruik als kantoor. "Dit was de stadsgevangenis. Het verhaal gaat dat verdachten, voordat zij werden voorgeleid,hier een nacht moesten doorbrengen en vervolgens naar beneden, naar de rechtbank werden geschopt. Het was een soort voorgeleidingscel." De van kloostermoppen en maassteentjes gemetselde doorgang heeft een korfboog aan de zijde van de stadsgevangenis maar gaat geleidelijk over in een gotische boog aan de 'regtbanck-zijde'. "Heel curieus. Dit is pas vakmanschap, dit is een kunstwerk." In naturaDe wanden van De Raadskelder hangen vol met geschiedenis. Op een gedenksteen bedanken oorlogsevacués uit de Bommelerwaard uitbater Piet Hendrix dat zij in De Raadskelder mochten verblijven van oktober 1944 tot mei 1945. Tot de vaste inboedel behoren schilderijen van bekende Bossche kunstschilders. "Pietje Hendrix verzamelde gigantisch veel kunstwerken. De docenten van de kunstacademie kwamen hier vaak borrelen. Maar die hadden meer dorst dan geld, en betaalden in natura." Van Herman Moerkerk hangt er een drieluik over carnaval, en is er een prent van `de nieuwe Botermijn', nadat die van de Boterhal op de Markt was verhuisd naar De Raadskelder. Van Jan van Anrooij is er onder andere een drieluik over de Bossche kermis. Hendrix liet 'zijn' kunstenaars ook de gestucte gewelven van de gotische kelder beschilderen. "Maar daarmee maakte hij er wel een kermis van", vindt Rademaker. Verlinden liet de gewelven in 1974 weer wit schilderen.Van de hand van kunstschilder W. van der Plas bezit De Raadskelder een portret van burgemeester Van Lanschot . Van de burgemeesters ná Van Lanschot hangen foto's tegen één van de wanden. Burgemeester Loeff onthulde in 1954 een gedenksteen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van De Raadskelder. "Toen Loeff als burgemeester wegging, wilde die net als Van Lanschot ook wel een portret. Maar Piet Hendrix jr, die intussen het bedrijf van zijn vader had overgenomen, had daar geen geld voor over. Daarom kwam er een foto. Ik heb de traditie voortgezet. Gaat er weer een burgemeester weg, dan komt er ook van hem of haar een foto te hangen." | 285 |
Het stadsbeeld verandert doorlopend: hele wijken ondergaan een metamorfose, huizen worden gesloopt en vervangen door andere, maar ook interieurs kunnen forse wijzigingen ondergaan. Neem nu de Raadskelders, eens in gebruik, toen vergeten geraakt en thans weer in volle glorie prijkend. Onder het rond 1530 nieuw gebouwde stadhuis aan de Bossche Markt bevonden zich kelders, ontworpen door Jan Darkennis, die ook betrokken was bij de bouw van de Sint-Jan. Regelmatig werd deze kelder verhuurd, ondermeer aan boekdrukkers en verkopers die tijdens de jaarmarkten graag hun waren in een droge ruimte aanboden. In de zestiende eeuw werd de kelder als gevangenis gebruikt; het waren militaire gevangenen die er werden ondergebracht. In 1670 werd het huidige stadhuis gebouwd. Vanaf die tijd zijn de kelders kennelijk niet meer benut. Er werd ondermeer (bouw-)afval in gestort, waardoor de vloer zo'n kleine meter hoger kwam te liggen. In het begin van de twintigste eeuw, in 1908, werd er centrale verwarming in het stadhuis aangelegd. Bij het onderzoek naar waar de benodigde apparatuur moest worden opgesteld, werd er eveneens een onderzoek naar de kelders ingesteld. Het was Jan Mosmans die de 'vondst', de herontdekking van de kelders, bekend maakte en aandrong op restauratie. Een perscampagne ('Oud gotische zaal ontdekt') steunde hem bij zijn actie. En de kelder werd inderdaad uitgegraven en gerestaureerd. Maar welke bestemming moest de ruimte krijgen? Direct na de restauratie werd ze ingericht als 'stadsfolterkamer' waar de verzameling folterwerktuigen van de gemeente werd ondergebracht. Maar in 1925 verhuisden deze naar het nieuwe museum in de Bethaniestraat. Vervolgens werd de kelder in gebruik genomen als Boterhal, waar de boerinnen uit de Meierij hun boter op stenen tafels konden verkopen aan de stedelingen. Dit duurde echter slechts twee jaar. In 1927 lokte burgemeester Van Lanschot de eerste toeristen naar de stad en werd de kelder ingericht als Raadskelder. Duizenden landgenoten (via de radio werden deze 'luistervinken' uitgenodigd) maakten daar kennis met de Bossche gastvrijheid door middel van een uitgebreide koffiemaaltijd. Dit idee werd uitgewerkt en op 30 april 1929 'op de twintigste verjaardag van prinses Juliana' opende bakker Piet Hendrix zijn horeca-gelegenheid. Hij werd opgevolgd door de firma Verlinden en daarna de familie Rademaker. De oppervlakte onder het stadhuis is steeds meer in gebruik genomen door de Raadskelder. Een openbare fietsenstalling voor de gemeenteambtenaren aan de achterzijde is verdwenen. Het interieur ademt nog steeds de oude sfeer van zeker zestig jaar geleden, toen Piet Hendrix de eeuwenoude kelders een nieuw aangezicht gaf. |
? |
RedactieHeropening Bossche RaadskelderKrantenknipsel ? |
|
? |
RedactieRaadskelder Den Bosch. Stadstaveerne. Bier; wijn; spijs. Waard Piet HendrixStokvis ('s-Hertogenbosch 192?) |
|
1946 |
H.J.M. EbelingDe Raadskelder te 's-HertogenboschDe VVV gids 9 (1946) |
|
1989 |
RedactieGotisch restaurant De Raadskelder. 60 jaarCentral centraal 3 (1989) 3 |
|
1992 |
RedactieDe Raadskelder van 's-HertogenboschNieuwsbrief 2 (1992) 13-14 |
|
1996 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Eten in een eeuwenoude kelderBrabants Dagblad donderdag 25 april 1996 (foto) |
|
1998 |
Henny MolhuysenVerdwenen stadsbeelden : Herontdekte kelders kregen een nieuwe bestemmingBrabants dagblad dinsdag 16 juni 1998 (foto) |
|
2003 |
Wim HagemansDe RaadskelderBossche Pracht 12 (2003) 283-285 |
|
2007 |
Ed Hupkens's-Hertogenbosch blijft verwonderenKringNieuws 2 (2007) 20-22 |
|
2012 |
Hutten sluit Bossche Raadskelder• Cateringbedrijf Hutten stopt met de exploitatie van het Bossche restaurant De Raadskelder.• Het bedrijf wil zich meer richten op party- en locatiecatering. • Hutten huurde sinds 2009.
Marc Brink | Brabants Dagblad dinsdag 31 januari 2012 | B02
|
|
2012 |
Marc BrinkPlan voor wijnbar in RaadskelderBrabants Dagblad woensdag 26 september 2012 | 27 |
|
2013 |
Leegstand Raadskelder duurt voortDe gemeente wacht langer dan initiatiefnemers lief is met de invulling van de Raadskelder onder het stadhuis.
Marc Brink | Brabants Dagblad vrijdag 20 september 2013 | 29
|
|
2013 |
VVD dringt aan op ‘invullen’ RaadskelderDe Bossche VVD-fractie is ‘stomverbaasd’ en ‘teleurgesteld’ dat de Bossche Raadskelder op korte termijn niet wordt verhuurd en er sprake lijkt te zijn van verwaarlozing en kapitaalvernietiging. „Een snelle beslissing is gewenst”, aldus André Rotman die namens de VVD enkele schriftelijke vragen stelt aan het college van B. en W.
Marc Brink | Brabants Dagblad woensdag 25 september 2013 | 27
|
|
2013 |
Marc BrinkCello wil kelder onder stadhuisBrabants Dagblad vrijdag 11 oktober 2013 | 27 |
|
2014 |
Brasserie start in RaadskelderMet een brasserie maakt Cello volgend jaar een einde aan langdurige leegstand van de Bossche Raadskelder.
Marc Brink | Brabants Dagblad vrijdag 16 mei 2014 | 29
|
|
2015 |
Cello kan voorlopig niet in de raadskelderDEN BOSCH - Het gaat nog een poosje duren voordat er nieuw leven wordt geblazen in de raadskelder onder het Bossche stadhuis en de gemeente als eigenaar huur kan innen. Sinds begin 2012 staat deze monumentale ruimte van 500 vierkante meter al leeg. Zorginstelling Cello wacht als toekomstige huurder op een flinke opknapbeurt die de gemeente betaalt.
Marc Brink | Brabants Dagblad dinsdag 3 februari 2015 | 27
|
|
2015 |
Raadskelder voor 2,5 ton verbouwdDEN BOSCH - De gemeente hoopt dat midden dit jaar de werkzaamheden in de Bossche raadskelder zijn afgerond zodat zorginstelling Cello daar terecht kan als huurder. Volgens een woordvoerster van de gemeente zijn alle werkzaamheden begroot op 250.000 euro.
Marc Brink | Brabants Dagblad woensdag 4 februari 2015 | 26
|
|
2015 |
De zuivere schoonheid van de kelderDen Bosch is ook stad van oude kelders; de Raadskelder toont even haar pure schoonheid.
Paul Roovers | Brabants Dagblad vrijdag 4 september 2015 | 4-5
|
1993 |
De kelder van het stadhuis is een overblijfsel van het laatgotische raadhuis uit 1529. Het bestaat uit twee beuken, ieder vier traveeën tillend, rustend op deels vrijstaande en deels half ingemetselde kolommen. Langs de wanden worden de ribben opgevangen op natuurstenen consoles. Deze kelder is later onder een vroeg middeleeuws (14e eeuw) pand gebouwd.
Open Monumentendag 1993
|
|
2016 |
RaadskelderHet bordes voor het middeleeuwse stadhuis en de kelders werden in 1529 vernieuwd naar ontwerp van Jan Darkennes, die van 1521 tot 1572 ook werkzaam was als bouwmeester van de Sint-Jan. Het bordes werd herbouwd in 1670. De middeleeuwse kelders onder het stadhuis bleven ongewijzigd. De middelste kelder heeft een fraaie vormgeving met kalkstenen kruisribgewelven en kolommen, een stenen schouw en kaarsnissen in de zijwanden. De kelders werden vooral als opslag gebruikt. Een zadel- en een harnasmaker maakten aan het begin van de 16e eeuw (vóór de verbouwing) gebruik van de grote middenkelder.Later in de 16e eeuw maakten zij plaats voor de zogenoemde groenroeden, een soort stedelijke deurwaarders. Tot de 19e eeuw bewaarde men hier ook de onderdelen van het schavot dat bij gelegenheid op de Markt voor het stadhuis werd gemonteerd. De dichtgestorte kelders werden op initiatief van burgemeester Van Lanschot rond 1927 weer opengelegd en in gebruik genomen. Sinds kort is de kelder weer in gebruik als horecagelegenheid.
Magazine Open Monumentendag (2016) 10
|
1943 | P. Hendrix (N.V. Mij. tot Expl. v.d. Bosschen Raadskelder) |
1991 | Tonny Rademaker (café-restaurant De Raadskelder) |
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 237-242